De ervaringen van Merlijn en Loreine - deel 1

Beiden studeerden af in september 2015, en inmiddels mogen deze twee kamergenoten elkaar als tandarts begroeten wanneer ze elkaar op de woensdag tegenkomen op ACTA. Tandarts-promovendus Merlijn de Vries en tandarts-onderzoeker Loreine Helmer zijn inmiddels werkzaam in de tandheelkundige praktijk én op ACTA bij de sectie Orale Kinesiologie. In dit tweedelige dubbelinterview vertellen ze openhartig over hun ervaringen als startende tandarts en hebben ze ook enkele bijzondere tips voor starters. Een blik in het tandheelkundige leven van deze twee jonge tandartsen, die bewust kozen voor een afwisselende werkomgeving. Vandaag deel 1. 

Hoe gaat het nu met jullie?                                                                   

Merlijn de Vries: ‘’Het gaat goed. Ik werk nu vijf dagen in de week en ben er heel blij mee, houd mezelf goed bezig. Daarbij ervaar ik de afwisseling tussen de academische setting en de praktijk als druk, maar wel heel leuk. Deze maand heb ik mijn eerste KRT-punten gehaald door in de RAI het congres Posterior 2016 bij te wonen en daar kwamen wel een aantal mooie inzichten naar voren.’’

Loreine Helmer: ‘’Ook ik vind de afwisseling ontzettend leuk. Wel ben ik nog een beetje zoekende naar onderzoeksonderwerpen die écht bij me passen en ik begin ook steeds meer inzicht te krijgen in wat voor soort praktijksettingen ik me het fijnst voel. Verder heb ik nog een leuk vooruitzicht, want waarschijnlijk ga ik binnenkort een weekje naar Guatemala om daar tandheelkundig vrijwilligerswerk te doen bij kinderen. Ik moet de tickets nog wel boeken, maar voor de rest is het eigenlijk al helemaal rond.’’

Waar werken jullie en waarom?

Loreine: ‘’Ik werk nu in twee verschillende praktijken in Amsterdam en Hilversum. Dat combineer ik met een dag per week onderzoek op ACTA. Ik wilde namelijk in minimaal twee verschillende praktijken werken, maar het onderzoek niet helemaal uit het oog verliezen. Daarbij ben ik bewust nog niet met een promotietraject gestart, omdat ik eerst minstens drie dagen per week in de praktijk wilde werken. Op dit moment ben ik op ACTA bezig met het schrijven van een review over vocalization van pijn. Dat is een onderwerp dat wat verder van de tandheelkunde staat, maar wat ik daarom wel heel interessant vind.’’

‘’Of dit ook mijn promotieonderzoek wordt weet ik nog niet, op dit moment ben ik voornamelijk bezig een beetje feeling te krijgen binnen de afdeling en het vakgebied aan het aftasten. Uiteindelijk heb ik dus een promotietraject in gedachten waarbij ik onderzoek afwissel met onderwijs. Ik wil later niet vijf dagen in de week in de praktijk werken, maar wel vijf dagen met tandheelkunde bezig zijn. Doordat ik nu aan Orale Kinesiologie verbonden ben, krijg ik nog steeds onderwijs mee. Bijvoorbeeld tijdens de patiënten- en onderzoeksbesprekingen. Iets wat heel nuttig is voor in de praktijk.’’

Merlijn: ‘’Tijdens de laatste fase van m’n opleiding ben ik op een borrel door Frank Lobbezoo benaderd bij hem te komen promoveren. Tijdens mijn studie heb ik mijn klinische verdieping bij de sectie Orale Kinesiologie gedaan en daar tevens mijn scriptie geschreven. Blijkbaar heb ik daar een voldoende indruk achtergelaten dat ze het wel aandurfden met me verder te gaan. Momenteel bezig ik dan ook drie dagen in de week bezig met mijn promotieonderzoek en daarnaast werk ik nog twee dagen in de week in twee verschillende praktijken.’’

‘’Op de maandag in de praktijk van m’n vader in West-Friesland en sinds januari op dinsdag in een praktijk in Diemen. Die laatste praktijk heb ik via een oproep op de KNMT-website gevonden en ligt op vijf minuten van m’n huis, dus dat is wel lekker dichtbij. Frank Lobbezoo bood me overigens eerst een plek aan voor vier dagen in de week. Uiteindelijk heb ik het kunnen downgraden naar drie dagen omdat ik minimaal twee dagen praktijkervaring wilde opdoen. Voor mijn promotie doe ik trouwens onderzoek naar de associatie tussen reumatoïde artritis, parodontitis en temporomandibulaire dysfunctie.’’

Dat promoveren, is dat iets wat al langere tijd speelde of kwam het toch vrij onverwachts?

Merlijn: ‘’Nou, in eerste instantie heb ik het promotievoorstel zelfs afgeslagen. Ik was ook al student-docent op de prekliniek en vond dat ik het al wel druk genoeg had. Toen heb ik Loreine maar bij Frank aangedragen. Niettemin bleef hij me warm houden en uiteindelijk ben ik overstag gegaan. Ik had altijd wel voor ogen gehad ooit te promoveren, maar al zo snel? Dat had ik niet verwacht. M’n omgeving heeft me daar ook wel unaniem in gestimuleerd. Daarnaast vond ik het ook wel een aardig idee uit m’n comfortzone te kruipen en een nieuwe uitdaging aan te gaan. Het werd dus promoveren. Maar wel op één voorwaarde, namelijk dat Loreine bij mij op de kamer kwam!’’

Loreine: [Schiet in de lach]

Hoe zouden jullie de periode na je afstuderen omschrijven? En hoe is de overgang van student naar tandarts bevallen?

Merlijn: ‘’Het werken in de praktijk van m’n vader voelde wel als een soort van thuiskomen. De mensen die daar werken kende ik al heel lang; het is namelijk een praktijk aan huis. Alle assistentes, inclusief Ellie, kwamen vroeger zelfs al aan de keukentafel koffiedrinken. De eerste dag was ik best zenuwachtig, maar daar hebben de assistentes me goed doorheen geholpen. Het was dus even wennen, maar op een gegeven moment ga je mee in de dynamiek en voelt het gewoon heel vertrouwd.’’

‘’Op ACTA wist ik niet zo goed waar ik moest beginnen. Ik bent toen maar veel gaan lezen om meer inzicht in m’n onderzoeksgebied te krijgen. Daarnaast heb ik een aangepaste versie van m’n masterscriptie ingestuurd ter publicatie. Iets wat uiteindelijk een schot in de roos bleek, want inmiddels is hij gepubliceerd. Ik zou de periode niet zozeer als hectisch omschrijven, maar wel wat meer als stressvol: je krijgt te maken met werkdruk. Bovendien ga je van studeren naar een hoop maatschappelijke verantwoordelijkheden. Daarbij heb ik trouwens wel veel aan jullie site gehad, daar stonden wel een aantal handige tips en tricks op [dankjewel, red.]. Overigens moet ik wel zeggen dat ik het behandelen op ACTA niet echt representatief vind ten opzichte van de praktijk. Het is nu echt doorknallen wat betreft aantallen patiënten.’’

Loreine: ‘’Ik moest eerst een maandje wachten op m’n BIG-registratie, dus toen heb ik maar het vliegtuig gepakt en ben ik lekker een maand weggeweest. Dat deel was dus heel leuk en relaxt. Daarna ben ik begonnen, wat toch wel spannend, leuk en uitdagend was. Wel merkte ik dat we van ACTA afstuderen met een tekort aan praktische, klinische ervaring. Inmiddels kan ik wel zeggen dat ik op een aantal gebieden wel wat meer had willen leren.’’

Merlijn: ‘’Wanneer ik een aantal mondsituaties vaker had gezien had me dat zeker geholpen bij m’n start als tandarts. Gelukkig heb ik in veel situaties de mogelijkheid een collega erbij te vragen, dat is wel echt essentieel. Tijdens je opleiding kan je tenslotte niet alles zien. Het maken van vlieguren gebeurd echt in de praktijk, net zoals met je rijbewijs. Wat betreft agendadruk ervaarde ik wel een grote verandering, gelukkig hadden ze hem in het begin dan ook niet te vol geboekt.’’ 

Wat viel mee?

Loreine: ‘’Wanneer ik hulp aan collega’s vroeg, reageerden ze eigenlijk altijd heel sociaal. Soms kwamen ze ook even kijken of alles goed ging. Vroegen ze of ze nog ergens mee konden helpen. Daarnaast merk ik dat ook de ervaren tandartsen nog steeds aan het leren zijn, wat dat betreft hoe je je zeker niet te schamen. En ik vond het positief dat ik niet een kneitervolle agenda had in begin, dat gaf me toch de nodige ademruimte. Bovendien waren collega’s altijd wel bereid iets over te nemen indien nodig.’’

Merlijn: ‘’De reacties van collega’s waren bij mij inderdaad ook heel warm. Ik had er rekening mee gehouden dat ze enigszins denigrerend konden zijn richting een 25, 26-jarig broekie, maar ze bleken een heel open houding te hebben. Het werken volgens de normen van four-handed dentistry is trouwens echt een verademing; ik had het juiste instrument al in m’n hand, voor ik het überhaupt zelf bedacht had. En het viel heel erg mee dat er ook relatief ‘normale’ patiënten bleken te bestaan. Op ACTA kom je toch wel de meer bijzondere gevallen tegen.’’

Dus het valt allemaal eigenlijk reuze mee?

Merlijn: ‘’Tegenwoordig vliegt m’n dag voorbij. Laatst heb ik 25 patiënten op een dag behandeld, dat was echt kicken. Dat aantal behandel je normaal gesproken in het hele vierde jaar op je opleiding. Door de tijdsdruk vergeet ik soms echter weleens wat. Je hebt nu vijftien minuten voor een PMO, dat was de tijd waarin je vroeger een gebitsreiniging deed, hetzij langer. Nu moet in een kwartier de DPSI worden bepaald, maak je soms röntgenfoto’s, doe je je cariësdiagnostiek en anamneses. Wanneer ik tijd overhoud doe ik soms ook nog een klein functieonderzoek, kijk ik of alles een beetje op elkaar past.’’

‘’Maar soms ben je alleen al na de anamneses tien minuten verder. Het is dan wel belangrijk de volgende patiënt tijdig aan te geven dat je wat uitloopt, vaak accepteren ze dat wel mits het niet veel langer duurt dan twintig minuten. Gelukkig ben ik nog nooit echt langer dan een half uur, een uur uitgelopen. De werkdruk maakt het juist leuk. Praatgrage patiënten laat ik gewoon vijf minuten langer aan het woord. Vaak vinden ze het prettiger hun eigen verhaal te doen, dan te moeten luisteren naar jouw preventie-instructies. En wanneer je zegt dat de volgende patiënt zit te wachten zullen ze het echt wel snappen. Wat dat betreft kennen mensen de grenzen wel.’’

Wat viel tegen?

Loreine: ‘’Eenmaal in de praktijk bleek ik toch wat minder te kunnen dan ik eigenlijk had gewild, als we praten in termen van praktijkervaring. Daarnaast ben ik onderhand wel toe aan wat drukkere agenda’s, met een assistente ben je nu eenmaal veel sneller. Echter doe ik het liever wat rustiger aan, dan dat ik teveel stress heb. Wat trouwens helemaal waar is, is dat mensen niet verwachten dat jij de tandarts bent wanneer je ze ophaalt vanuit de wachtkamer. Zinsneden als ‘Oh, ben jij de tandarts?’ en ‘Ben je dan al klaar met de opleiding?’ zijn toch al een aantal keer op m’n bordje gevallen. Wat dat betreft ben ik heel erg blij met naambordje waarop toch echt ‘tandarts’ staat. Genoeg mensen die met grote ogen een lange blik op mijn naambordje werpen.’’

Merlijn: ‘’Het beeld dat collega’s van afgestudeerde tandartsen hebben staat toch in enigszins in negatief daglicht. Nu gaat het beeld rond dat afgestudeerde tandartsen nog minder kunnen dan vroeger. En ook ik heb die opmerkingen gehad inderdaad: ‘Wat leuk, stage lopen bij je vader’. Ik zie aan de blikken van patiënten in de wachtkamer dat ze denken van ‘dat zal de assistent wel zijn’. Wanneer ze dan vervolgens alleen met mij in de behandelkamer komen is het wachten tot de mindswitch als ze verder niemand anders zien. Eureka. Gelukkig ben ik nu echt tandarts, hoewel ik vind dat ik nog heel veel niet kan.’’

‘’In m’n zoektocht naar een geschikte praktijk was ik dan ook heel bewust op zoek naar een praktijk met een achterwacht, waar ik terecht kon als ik vragen had. Wanneer er geen ruimte zou zijn voor vragen, zou het voor mij per definitie al ophouden. Daarbij helpt het natuurlijk dat ik nu in de praktijk van m’n vader werk. Maar het belangrijkst van in de praktijk beginnen is dat je van jezelf heel goed weet wat je wel en niet kan. Dat je je grenzen kan aangeven maar dat je deze ook durft te verleggen.’'

[To be continued...]

 

Kaarten voor het Amsterdam Dental Event 2016 zijn nog te bestellen via onze website! Ben je student? Maak dan kans op twee vrijkaarten voor het congres!

Tickets